De namen van 14 mei

Samen met Mothership en VideoAgency organiseert Comité Herdenking 14 mei tussen 6 en 14 mei een bijzonder event dat recht wil doen aan de Rotterdammers die tijdens het bombardement zijn omgekomen, en hun nabestaanden. Het project 'De namen van 14 mei' maakt op diverse plekken in de stad de namen zichtbaar van alle 711 geïdentificeerde slachtoffers. Met hulp van nabestaanden kunnen we sommige van hen nu zelfs een gezicht geven.

De verwoeste mensenlevens

Wanneer we spreken over het bombardement, dan gaat het vaak over de verwoeste gebouwen. Niet over de verwoeste mensenlevens. Tekenend was dat het aantal slachtoffers jarenlang alleen werd geschat. De schattingen liepen uiteen van 800 tot 1400. In 2022 deed Stichting Voorouder samen met Stadsarchief Rotterdam een onderzoek naar het precieze aantal bombardementsslachtoffers en hun namen. In totaal zijn 1127 mensen omgekomen bij de gevechtshandelingen van 10 tot 14 mei 1940. Dat zijn burgers en militairen, ook Duitse.

Het bombardement van 14 mei zelf maakte 711 dodelijke burgerslachtoffers. De oudste was een vrouw van 91, de jongste een baby van 14 dagen. Hieronder zie je een aantal van hun verhalen.

Het verhaal van Hendrika Hegmans en haar dochters Maria Christina en Clasina Wilhelmina van Druten, opgetekend door hun achterneef Ronald Hegmans. Clasina Wilhelmina is nog maar veertien dagen oud en daarmee het jongste dodelijke slachtoffer van het bombardement.
Bron: Stichting Voorouder.

Hendrika Hegmans en haar twee dochters zijn gevonden in de Teilingerstraat, in het noorden van Rotterdam. 'De vindplaats van Hendrika en haar twee kinderen was bijzonder. Ze woonde namelijk in de 2e Lombardstraat, dezelfde straat waar ook haar oudere zus Marie en haar ouders woonden (en mijn opa).'

'Ze lagen onder het puin van een ingestort pand (huisnummers 3 en 5), samen met 6 andere slachtoffers. De andere 6 waren bewoners van het pand. Hendrika en de twee kinderen konden bij hun vondst niet geïdentificeerd worden en zijn naamloos afgeleverd bij de begraafplaats Crooswijk. Aan de hand van hun kledingstukken (en uiterlijke kenmerken) die zijn geregistreerd, konden ze dagen later worden geïdentificeerd door Herman, haar man. Ze waren toen al in een massagraf ter aarde besteld. Pas op 7 juni vond de aangifte van overlijden plaats op het stadhuis.'

'Op de foto zie je het deel van de Teilingerstraat (de huisnummers 3-5) dat door een voltreffer geraakt werd en waaronder de slachtoffers toen allemaal nog lagen. De foto is van 15 mei 1940, een dag na het bombardement. Deze foto komt uit het Stadsarchief. Je ziet dat er nog niemand bezig is met de vraag of er slachtoffers onder het puin zouden liggen. Op aanwijzing van de broer van een van de bewoners van het pand is pas op 17 mei het eerste slachtoffer onder het puin gevonden. De rest volgde daarna. Hendrika en Clasina Wilhelmina werden op 19 mei aangetroffen en Maria Christina als laatste, op 21 mei.'

'Waarschijnlijk waren Hendrika en haar kinderen kort daarvoor van hun huis aan de 2e Lombardstraat richting de Zomerhofstraat en Teilingerstraat gewandeld voor een boodschap en werden ze overvallen door het luchtalarm. Het zou kunnen dat ze mochten schuilen. Helemaal zeker zullen we het nooit weten, maar omdat Hendrika gevonden is met haar mantel nog om, lijkt het daar wel op.’

Het pand waar Hendrika en haar dochters onder het puin zijn gevonden.

Video Hendrika Hegmans

Als onderdeel van 'De namen van 14 mei' maakte VideoAgency een video. Hierin zie je het gezicht van Hendrika Hegmans en haar dochter Maria Cristina overvloeien in de 711 gevonden namen en weer terug.