Co Godfroy

Maartje Godfroy stuurde ons een gedicht dat ze schreef over het bombardement, en voor haar oudtante Co Godfroy. Haar oudtante is overleden bij het bombardement, op 30-jarige leeftijd. Haar naam staat op de foto -bovenaan op het gedenkteken.

Maartje Godfroy: Manieren om over te steken

I.

Op veertien mei stapte tante Co op haar fiets.

Ze trekt haar kraag op, de zon moet ook nog

opstarten. Slaperig draaien trappers rond,

rollen stralen uit. De ochtend kruipt voorbij.

Ze veegt de kruimels van haar jurk,

staat op, steekt Hofplein over.

Een middag in een donkerbruin kantoor.

Nog even kantelt ze haar hoofd – de zon op zijn hoogst

prikkend licht witte puntjes kringelen voorbij

Ze knippert.

Zwarte puntjes.

Een formatie zwarte puntjes komt met bakken uit de hemel.

De straat heeft nu als oppervlak de zon.

Alles heet en luid en compleet

onherbergzaam. De Coolsingel

ligt om haar heen, een omgekeerde blokkendoos.
 

Dus zo smaakt gruis als vingers

niet meer luisteren. Kijk daar,

daar in dat gat tussen gaten,

die witte vlek in deze grijze grot.

Daar is de zon.

Dat de dichtheid van het duister toeneemt

en dan volmaakt massief, dat de laatste strohalm

het kortste strootje blijkt te zijn.

II.

Door de gaten in de straten

rijgen we de stad bijeen

draden van staal

van steen van stemmen

van handen die met grove steken pleinen weven,

bomen schikken en over puin plantsoenen kleuren,

harten en havens vullen met cement

zodat ze niet meer zomaar scheuren.

We slepen een doorweekte jas met ons mee,

nutteloos zwaar en moeilijk af te stropen

– lopen dan weer tussen twee kolossen van beton

op te drogen in het laatste streepje zon.

Ieder jaar op veertien mei kruipen zonnestralen hoger

maar ’s avonds ligt de maan

in honderdduizend stukken in de Maas.