Het fluitje van de familie Weers

Winnie van West stuurt nog een verhaal in. Ditmaal van Sophia Weers. Zij werkt tijdens het bombardement in het PTT-gebouw aan de Coolsingel. Sophia overleeft de inslag, maar een groot aantal collega's niet. Vanaf die dag slaapt het gezin Weers met een fluitje om de nek, voor als er nog een bombardement komt en ze onder het puin terechtkomen.

Het fluitje van de familie Weers

'Op 14 mei 1940 had Pop (Sophia) Weers, 18 jaar oud, werkzaam als telefoniste, dagdienst in het PTT gebouw aan de Coolsingel. Op de bovenste verdieping zaten ze, vertelde ze, op zolder. Rijen schakelborden en jonge vrouwen die de dagelijkse telefoonverbindingen toen tot stand brachten. Bij de ramen, waarschijnlijk aan de zijde van de Meent, was een deel van de vloer verhoogd met een hek eromheen. Het 'ledikant' werd het genoemd. Daar zaten de leidinggevenden die ervoor moesten zorgen dat er gewerkt werd, en niet gekletst. Een doodgewone dagdienst van het werk dat ze deed sinds haar hbs eindexamen het jaar daarvoor.

Op die zonnige 14 mei, zo om half 2 kreeg het Postkantoor een voltreffer. Pop vertelde dat iedereen volkomen verdaasd opkeek van hun werkplekken, niet realiserend wat er gebeurde. Het 'ledikant' was verdwenen. De mensen die er zaten waren weg. Eén heel groot gat en de buitenlucht. Eén heel groot gat tot aan de begane grond. 

Vol angst naar huis gerend
Pop is (met haar collega's? Daar heeft ze nooit over gesproken) het gebouw uitgekomen en wilde toen maar 1 ding: weg daar en naar huis. Hoe was het daar? Huilend en vol angst heeft ze gerend voor haar leven. Gerend door brandend Rotterdam. Langs brandende huizen. Vanaf de Coolsingel naar Blijdorp, naar De Graeffstraat nr. 9 (of 11) is het ongeveer 2 km. Daar stond alles nog, maar waren haar ouders natuurlijk in totale paniek en dolgelukkig dat hun oudste dochter ongedeerd was.

Beschermd door een fluitje
Vanaf die dag heeft haar vader voor zijn gezin fluitjes geregeld. Iedereen moest met een fluitje om z'n nek slapen. In geval van bombardement en als ze onder het puin kwamen te liggen konden ze laten weten waar ze waren.

Dat fluitje heeft mijn moeder haar hele leven lang bij zich gehouden. Niet meer om haar nek. Maar in de lade van haar nachtkastje. Als kind had ik het een keer gevonden. Ik denk dat een jaar of 10 was. Ze is vanaf toen gaan vertellen, over de oorlog, de verschrikkingen, de honger, het verdriet. Verhalen die ze nooit eerder had verteld aan mijn oudere broers en zussen. Het fluitje moest ik in het nachtkastje laten liggen. Want je wist maar nooit.

Mij  moeder is op 16 september 2021 op 99 jarige leeftijd overleden. Het fluitje heb ik nu. De start van het noodpakket wat ons nu wordt geadviseerd aan te leggen. '

Het KPN-gebouw en De Bijenkorf na het bombardement, aan de Coolsingel